Image of an open space in a dense city with a lot of shrubbery, foliage and trees Photojournalism, award winning, photo of, magazine photograph, technicolor

Ruimte, voor wie?

De afgelopen tijd is het debat rond de auto, fiets en andere vormen van vervoer stevig opgelaaid. De een wil ruimte voor de fiets, de ander voor de auto. Het lijkt een constante status quo. In het debat lijken twee kampen te bestaan: een autokamp en een fietskamp. Alle andere kampen vallen voor het gemak onder het fietskamp, namelijk: relatief langzaam vervoer.

Hierdoor lijkt het soms te gaan om vaststaande tegenstellingen, terwijl we juist naar de toekomst zouden moeten kijken, een toekomst waar we allemaal hopelijk als doel hebben om een fijner en beter leven te leiden dan nu.

Belangrijk om daarbij te bedenken is dat vrijwel alles waar het hier om gaat niet vaststaat. Het zijn geen natuurwetten. Het zijn keuzes. Politieke keuzes. Beleid.

Door stevige lobby’s en beleid van de afgelopen 100 jaar lijken bepaalde dingen zo te horen, zoals auto’s op straat, in de openbare ruimte. Gelukkig is er niet dat stelt dat het zo hoort. De meeste zaken liggen niet vast. We vormen ons leven om bepaalde mogelijkheden heen. Komt het er dan simpelweg op neer dat we mogelijkheden anders moeten gaan indelen? Is het zo simpel?

In feite wel natuurlijk. Alleen zijn er om de huidige status quo veel belangen ontstaan die het lastig maken om stappen te zetten. Ook weten we dat goedbedoelde plannen voor de toekomst lang niet altijd resulteren in de van te voren bedachte resultaten, denk aan de goedbedoelde indeling van het dorpje Nagele in de Noordoostpolder.

Files en ruimte

Terug naar het onderwerp: het ruimteprobleem in onze woonomgeving. Onlangs is er veel te doen geweest over auto’s in de stad en de bijkomende automobilisten. Het ging over fietsen, (te) snelle elektrische fietsen, brommers die zich als fiets vermommen, scooters, allerlei voertuigvormen die door elektrificatie ineens weer van stal gehaald zijn. En natuurlijk de mens zelf. Als voetganger, als chauffeur, als bestuurder van fietsen, steps, mini-autootjes en wat al niet meer.

Zelfs mét al die ruimteproblemen blijken velen geen afscheid te willen nemen van hun auto in z’n huidige vorm. De ANWB vond zelfs recent dat het maar een idioot idee is van de stad Amsterdam om auto’s en bijbehorende files uit de stad te willen weren. Het zou maar zorgen voor meer files op de A10 Zuid…

Op zich zou dat laatste geen probleem moeten zijn. Door steeds makkelijker bestuurbare auto’s is in de file staan zelfs niet meer irritant. Binnenkort hoef je helemaal niks meer zelf te doen in de file. Dus, who cares?

Nou, best veel mensen. Vrijwel iedereen lijkt zich op te winden over iets in de stad. Geen ruimte is voor velen een groot probleem. Daar is vooral de auto debet aan. Ze zorgen voor een significant slechtere leefomgeving, elektrisch of niet. Je zou zeggen: 1+1=2, hop die auto uit de stad. Verzin iets nieuws. Maak openbaar vervoer beter, maak verbindingen naar snelwegen beter, zonder dat je daar een auto voor nodig hebt. Doe iets. Zou je denken.

Het basisprobleem: ruimte

Toch gebeurt dat niet. Elke keer wordt niet naar het basisprobleem gekeken: ruimte. Vervolgens wordt iets geopperd wat het leven van de niet-autorijdende mens in de stad verslechtert. En dat is vreemd.

Door onze gewenning aan de auto als onoverkomelijk kwaad, is het lastig om verder te kijken. Stel, verder van je werk wonen is tussen stadscentrum en stadscentrum vrij makkelijk: je pakt een trein van centrum naar centrum. Woon je buiten het centrum, dan gaat het al snel wringen: fiets je naar een station of pak je een auto? Moet je van buitenwijk naar buitenwijk, tja, dan is het steeds lastiger om dat goed te komen. Infrastructuur is onduidelijk. Kom je er nou wel of niet met een (snelle) fiets? Is er überhaupt werkend OV?

Een stad zou zo ingedeeld moeten zijn dat elk onderdeel makkelijk te bereiken is zonder auto. Dat heet ook wel een ‘atomic city‘, tegenwoordig ook wel de 15-minutenstad. Dit is een stad waar alle essentiële functies bereikbaar zijn binnen 15 minuten*. Nu kan dat in Amsterdam op zich wel, maar dan moet ik een huurauto pakken om via de ring in zo’n 17 minuten aan de andere kant te zijn.

Stel, je zou de ring grotendeels gebruiken voor een slim ingedeeld bussysteem in plaats van individuele auto’s? Dan hoef je ook geen extra metro te bouwen die precies daar weer terecht komt.

Beleid en politieke keuzes

(Tekst gaat verder onder de afbeelding)

Image of an open space in a dense city with a lot of shrubbery, foliage and trees Photojournalism, award winning, photo of, magazine photograph, technicolor
Beeld: Imajinn AI

Als laatste, stel je richt je leven in op andere afstanden, dan verandert leven en werk ook mee. Als je ouders op 2 uur rijden wonen, ga je daar misschien regelmatig naartoe met de kleinkinderen. Wonen ze in midden-Frankrijk, dan doe je dat veel minder vaak. Word je daar zelf heel veel minder van? Nee. Als je leven anders in elkaar zit, dan plan je anders. Wordt het daar slechter van? Misschien zelfs wel veel fijner: meer groen om de hoek, meer frisse lucht, minder hangen in een kuipstoel van je auto.

De wereld zoals ie nu is ingericht staat niet vast. Laten we verder denken dan nu. Laten we onze leefwereld vele malen fijner maken dan ie nu is. Dat vraagt beleid, dat vraagt om politieke keuzes. Maar vooral vraagt dat om durven denken aan de toekomst.

* Met de kanttekening dat het klinkt alsof dit een one-size-fits-all-oplossing is. Dat is het niet en vraagt overal om een andere benadering (tekst iets aangepast omdat het leek alsof je overal in de stad binnen 15 minuten moest kunnen zijn, dat is vaak fysiek natuurlijk al onmogelijk).

Krijn

Krijn Soeteman is a Dutch science and technology journalist. He majored in the history of art and architecture. After his studies he started as a music video producer. This led to producing a Museum Night at the NEMO Science Museum, which eventually led to science journalism. And much more.

2 thoughts on “Ruimte, voor wie?

  1. @krijnsoeteman Dag Krijn, fijne beschouwingen, waarvoor dank.Een kanttekening. Je schrijft: “In de 15’-stad is alles bereikbaar in 15 minuten. Als ik naar de nadere kant van Amsterdam moet, kost me dat op de fiets zo’n 45’. In een 15’-stad zou je via fiets, lopen en OV binnen 15’ aan de andere kant kunnen zijn.”Het is eerder dat men op 15’ wandelen of fietsen alle *essentiële functies* moet kunnen vinden: winkels, kantoren, scholen, gezondheidszorg, sport, cultuur en ontspanning.

  2. @verbeeld Ja, true, die was wat kort door de bocht, ik pas het aan!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *