‘Gewijzigd: 26 jaar geleden’ staat achter het oudste bestand door mijzelf gecreëerd dat ik kan terugvinden. TRYOUT.BAS is op negen dagen na exact 26 jaar geleden uit mijn handen gekomen, een programmaatje in programmeertaal Basic, waarschijnlijk tekent het in 275 bytes wat lijntjes op het scherm. Daaropvolgend een verhaal uit april 1994, getikt met Word Perfect 4.2 (of 5.1, daar wil ik even vanaf zijn).
Eigenlijk kan ik alles terugvinden wat in mijn online backups staat, allemaal meegekomen via floppy’s, cd- en dvd-roms en harddiskbackups. Met behulp van een simpele zoekopdracht kan ik vrij gemakkelijk zoeken in dat verleden, in mijn archief. Datzelfde kan in mijn inmiddels vrij uitgebreide Google Docs-opslag en de historie die in deze website zelf zit. Soms duurt het even voordat iets weer bovenwater komt, maar meestal vind ik het terug.
Bronnen verzamelen en behouden
Dat is heel wat lastiger met allerlei online bronnen waarvan je denkt dat je ze wel weer even terug kunt vinden. Zelfs de historie van mijn Gmail begint steeds lastiger te worden om zaken in terug te vinden. Ik like dingen op Twitter om zo mijn leeslijst bij te houden, maar blijkbaar doe ik dat te vaak en weet ik dan niet meer hoe ik het terug moet vinden omdat het te ver terug is (of ik herken de betreffende tweet niet meer), ik denk dat ik het kan terugvinden in de historie van mijn browsers (die allen online synchroniseren), maar dan blijk ik of niet meer te weten in welk merk browser ik iets deed of ik heb in een vlaag van ‘nee ik wil niet dat Google alles van me weet’ weer eens mijn hele historie gewist (dat gaat dan om Google-accountkoppelingen natuurlijk). Om dat tegen te gaan, gebruik ik nu al weer een tijd vrij exclusief Firefox, behalve als ik offline dingen moet doen in een Google docs, wat weer alleen goed werkt in Chromium (de opensourceversie van Chrome). Je snap al: een zooitje.
De grote vraag is dus: hoe archiveer ik mijn bronnen nou eens goed? Hoe onthou ik waar ik iets belangrijks gelezen heb? Die vraag stelde ik aan het internet via Twitter en kreeg zo enkele aanwijzingen. Dingen als Trello, Workflowy, Airtable, Notion, Roam V3 en wat al niet meer. Dingen waar ik ondertussen al weer de naam van vergeten ben omdat ze in een tab openstonden, maar die inmiddels lang geleden gesloten is. Al die programma’s hebben schitterende testimonials van enthousiaste gebruikers, keurig uitgezocht op een brede groep mensen van verschillende sekse, met andere huidskleur, verschillende lengte, haardracht, kledingstijl en wat je al maar kunt verzinnen. Behalve misschien leeftijd, die blijft steken ergens onder de 35 of zo. Als er geen foto’s te zien zijn, dan zijn het guitige tekeningetjes. En eigenlijk moet overal ook heel erg samengewerkt worden.
Workflowy heeft dat overigens niet. Heel clean en op zich prettig, maar iets té clean voor mij misschien? Als laatste twee kreeg ik Notion en Roam V3 door. Notion leek me ook niet slecht en misschien zelfs wel wat ik zocht. En toch bleef ook daar iets zeuren in het achterhoofd: wat zint me hier nou niet? Is het te mooi? Misschien. Is het te uitgebreid? Mwah, dat hoef je niet te gebruiken toch? Is het te duur? Nee, niet als je eenling bent en anders is het ook nog wel te betalen met een paar dollar per maand. Is het niet Linux-friendly? Dat is het ook niet, want het is vooral web-based, dus. Ach. En Roam dan? Roam zou ‘fluide’ relaties in de database beloven waardoor het nog beter…
Het eeuwige clouddienstdilemma
Al die diensten zijn alleen allemaal in zichzelf een clouddienst. Dan gebruik ik wéér clouddienst nummer weet ik veel hoeveel en mijzelf kennende vind ik dat over een bepaalde tijd weer irritant en wil ik ze niet van mijn informatie voorzien of is er weer eens een hack. En hoe zit het als je de dienst na een tijdje misschien niet meer wil gebruiken? Hoe makkelijk migreer je de informatie naar iets anders? Aan de andere kant is dat waarschijnlijk allemaal overkomelijk als het zou spelen.
Nee, het is iets anders, bij al die applicaties moet je naar de applicatie toe integreren. Je moet van hun diensten gebruikmaken. Je kunt vaak wel andere online diensten koppelen, zoals Google Docs, Slack, en wat al niet meer (en vermoedelijk kun je al snel ook weer vise-versa bepaalde koppelingen maken), maar ik verlies de controle. En uiteindelijk is er een grote kans dat ik ook de informatie verlies.
Zotero?
Dus, nu ben ik uitgekomen bij een systeem dat andersom werkt: Zotero. Het is in essentie een databasesysteem gebaseerd op sqlite. Ik hoef het niet helemaal meer zelf in te richten door een database aan te maken met iets als Microsoft Access, LibreOffice Base of desnoods een SQL-achtige oplossing. Je kunt het als stand-alone programma downloaden, maar ook, als je dat wil, online gebruiken en synchroniseren. Als je dat niet wil, werkt het ook nog gewoon met dingen als Google Documents en LibreOffice, Word en waarschijnlijk veel meer. En vanuit alle browsers die ik heb kan ik elke site, elk artikel en elk boek gewoon opslaan in die database die ik zowel in mijn eigen online opslag beheer als in de ‘cloud’. Als ik dat laatste niet meer wil, dan verbreek ik die verbinding gewoon en heb ik toch nog al mijn gegevens.

Hoe kwam ik daar nou bij? In LibreOffice zit een bibliografiedatabase en toen ik daar ‘Extension manager’ aanklikte, kreeg ik het keurig als advies ‘als je meer wil’. Nou, zo geschiedde. We gaan het zien hoe het bevalt in de nabije toekomst.
Edit: via Twitter kreeg ik nog wel het advies voor iPhone-gebruikers om PaperShip te gebruiken om ook op je telefoon makkelijk koppelingen te kunnen maken, welke app voor Android het handigst/best is, ben ik nog niet uit, er zijn er een stuk of vier of vijf.
Zotero is fantastisch en heel veel academici zweren erbij. Ik ook.
En op mobiel kun je PaperShip downloaden en koppelen aan je Zotero-account
Ah, dat was inderdaad nog een dingetje, dank!
Ah, da’s niet op Android. Daar zijn te veel apps, iemand een advies voor een Android-Zotero-koppeling?