In Amsterdam is er iemand die denkt dat het logisch is om overal maar kleine obstakels neer te leggen midden op de rijbaan. Stoepjes, randjes, rijbaanscheiders en ga zo maar door. Hij of zij laat dat het liefst op of rond fietspaden plaatsen.
Vanochtend vroeg fiets ik de westkant van het Vondelpark in. Liggen daar ineens witte platen om de drie automatische paaltjes heen. Die waren tot zeer kort geleden nog gelijkvloers. Nu is er door iemand met een wonderbaarlijk gevoel voor veiligheid bedacht dat het handig is om er witte platen van enkele centimeters hoog omheen te leggen om te zorgen dat fietsers zichzelf hier keurig mee kunnen lanceren, er mooi net met het wiel langs schuren om zo net niet of net wel plat op de plaat te gaan.
Nu zou er wat voor te zeggen zijn om de voorheen ijzeren, gelijkvloerse platen wat op te ruwen of iets dergelijks. Die konden best glad zijn op sommige momenten. Iets wat overigens niet bepaald een probleem is, aangezien het een plek is waar mensen rechtdoor fietsen. Gladde weggedeelten zijn vooral onhandig met bochten of andere capriolen. Iedereen in Amsterdam kent de tramrails.
Het lijkt het zoveelste voorbeeld van doorgeslagen ‘veiligheidsoplossingen’ die niet per se iets dienen. In de Willemsparkweg zijn ook weer een aantal delen recht(er) gelegd nadat er bijzonder ingenieuze, maar niet heel praktische obstakels in de vorm van trottoirbanden, bollen-met-reflectiestrips-erin en nog wat rare bochten in de weg gelegd waren.
De paaltjes bij het Vondelpark zijn tijdens de ochtend- en avondspits verzonken. Heel prettig, er moeten aardig wat fietsers doorheen (zeker sinds het de ‘gezondste route’ heet). Maar met drie opgehoogde platen, wordt de rijbaan er niet bepaald ruimer en veiliger op. Of is het werkverschaffing?