Wandel een rondje langs het Jaagpad richting Nieuwe Meer. Kijkt uit over het water terwijl de avond valt. Als het kouder wordt, loop je terug via het IJsbaanpad langs de Pissende Man aan de rand van de velden van voetbalclub Arsenal. Dan de tramremise. Het Olympisch Stadion al weer gepasseerd. Vervolg je weg langs de Schinkelkade richting een café voor een glas. Voordat je er bent hoor je een schreeuw.
“AAAAUUwwauauwaaaahuw!”
Een oude vrouw ligt op de grond. Haar knie is verdraaid. Half over haar plastic Dirk-tassen. Daar ligt ze met haar vaalroze jas.
“Help me toch! Auauw”
Een dame springt van haar fiets en pakt haar arm. De andere arm pak ik. Geld rolt uit haar jaszak. Een derde schiet te hulp. Langzaam trekken we haar overeind. Ze staat weer.
Of we haar thuis kunnen brengen. Gewoon, voor vijf euro, kunnen we een pakje sigaretten voor halen. Ze woont vlak bij aan de overkant op één hoog. Het is toch allemaal wat. Drie mensen die haar helpen. Alles komt altijd in drie zegt ze. Zo de Derde Wereldoorlog… Heel gezellig. Vroeger was ze verpleegster, echt geen vijf euro? Ook werkte ze bij Krasnaplosky in het hotel daar waar ze vijfduizend gulden kreeg omdat ze zo mooi was van een Iraanse diplomaat die toch al wel heel veel vrouwen had. Ze kreeg tot wel veertig huwelijksaanzoeken vroeger. Maar alles komt goed want ze is Katholiek. En ze is leeuwin en geboren op zondag. Dit brengt geluk zegt ze. Dat geld lag daar een jaar op haar te wachten. Toen knipten ze het maar doormidden. Euro’s waren er toen nog niet. Toen, ach, één hoog ja, nee, daar kom ik zelf wel, echt, geen probleem. Wat zijn jullie toch lieverds. Echt geen vijf euro voor een pakje sigaretten?