Binnenstad, lopend vanaf een onbestemd hoekje tussen Stedelijk en Van Gogh. Er ligt een nieuw pad over het Museumplein. Breder dan het ‘lichtpad’ en het zou zo verward kunnen worden met een fietspad. Toch vermoed ik dat het geen pad voor fietsers betreft. Op deze zondagochtend lijken de Amsterdammers zelf dat nog te snappen. Toeristen zwalken er al wel overheen met hun rode huurfietsen, te laag staande zadels en fietstechnische onkunde. Het pad is nieuw, een maandje oud of zo, maar de verschillende delen zijn niet heel mooi aan elkaar gelegd. Er piepen rubberige afstandsstrips tussen de naden van de prefab natuurstenen vlakken door. De scheiding tussen de linker- en de rechterzijde van het pad bestaat uit een doorlopende band van standaard betonstoeptegels. Niet heel lelijk, maar het misstaat tussen de gladde natuurstenen platen. Al met al ziet het er wat slordig uit voor iets dat zo nieuw is. Weinig aandacht voor detail.
Omdat het winter is, is er een kleine schaatsbaan neergezet tegenover het Rijks[microspatie]museum. Helaas heeft het iemand behaagd er een wit tentencomplex voor te zetten, nodig voor de schaatsverhuur en warme choco. Stel dat die tenten er voor een twee-daags evenement zouden staan, dan kan ik me voorstellen dat je uit kostenoverweging… maar dit staat er de hele winter! Nog liever zou ik zo’n standaard Duitse kerstmarktkraam zien, die zijn ten minste niet zo hoog en hebben een soort van schutkleur.
Achter deze hele santenkraam doemt dat eindelijk het Rijks weer in bijna volle glorie op. Bijna af, nog 90 dagen, 20 uur en 22 minuten geeft een groot display op de gevel aan. Of Cuypers werk misschien te veel Katholieke neo-grandeur in zich heeft doet nu even niet ter zake, het museum is in ieder geval weer aardig toonbaar. De tuinen worden nu ook weer in orde gebracht, het groene smeedijzeren hek zit weer goed in de verf en de voegen van het gebouw steken wit af in de felle winterzon. De oude vleugelnootboom aan de rechterkant in de tuin is nu bladerloos, maar zal in de zomer kunnen dienen als mooi repoussoir in menig foto.
Groen is mooi in een stad. Groen geeft leven. Het groene hek omheint in de nabije toekomst een tuin met borders met allerlei planten, kruiden, wat middelgrote heester en misschien enkele lage bomen. Alleen is er iets geks: direct achter het hek zijn jonge bomen geplant. Niet een paar maar veel. Op regelmatige afstand van elkaar staan nu nog kleine, bladerloze bomen. Dit formaat is waarschijnlijk nog weinig storend in het blad-seizoen, alleen hebben bomen de neiging te groeien, afhankelijk van het type. Nu kan ik zo zonder blad niet bepalen wat voor bomen het zijn, maar ze zouden wel eens aan de hoge, grote kant kunnen worden. In de toekomst zou dit wel eens het zicht in de zomer op een van de weinige grote, vrijstaande constructies in de stad kunnen belemmeren. Dat zou geen probleem zijn als er dan gezegd zou kunnen worden een deel van de bomen te rooien, maar voor de stadse mens die zo’n bosloos bestaan leidt, is dat vaak al genoeg voor een protest. Protesteer dan tegen die lelijke, witte tenten…
De overige infrastructuur rond het Rijks begint nu ook steeds meer vorm te krijgen, je kunt er al weer bijna omheen fietsen! Alleen loop ik nu. En dat is iets wat blijkbaar nooit iemand doet van de Dienst Ruimtelijke Ordening. Die fietsen waarschijnlijk net als ik veel te hard de stad door, zoekend naar mogelijkheden de fiets-infrastructuur zo goed mogelijk te maken. Aan de S100 kant van ’s lands grootste museum loopt een klinkerstroep langs het immer aanwezige groene hek. De rijbaan voor auto’s van de hoofdstedelijke binnenstadsring wordt hiervan gescheiden door een breed fietspad, nog zonder belijning, maar het zal wel twee richtingen worden. Ik loop dus bijna alleen op de stoep met slechts twee tegenliggers, in de vorm van een hand-in-handlopend heteroseksueel stelletje. Dit soort tegenliggers bestaat uit een grote entiteit met breedte twee. Op deze stoep is dat ongeveer de hele stoep. Die is te smal. Ik weet dat de ingang van het Rijks ergens in die poort komt waar ik ooit als puber doorheen fietste, maar een dergelijk gebouw omzomen met zulke smalle trottoirs, vreemde keus.
Zeker omdat er nog steeds niet duidelijk is wie er nou uiteindelijk door de tunnel mag nadat de boel geopend is. Ik gok dat de ‘altijd vriendelijke en begripvolle lokale fietskamikaze’ de uiteindelijke strijd wint en de ingang zich weer naar de zijkant verplaatst, dus dat is nog een reden de stoep breder te maken.
Nou ja, het Museumplein, het gevolg van te veel water bij de wijn… je voelt dat het misschien wel had gekund. Gelukkig is de permanente lichtbak van het Concertgebouw op grote afstand leesbaar.